NRC, 3 augustus 2017: Wetenschappers kunnen nu afwijkingen in het DNA van een menselijk embryo repareren. Zijn klinische proeven de volgende stap?
Reactie van Dr. Julie Rutten, Klinisch geneticus in opleiding en post-doc onderzoeker CADASIL onderzoeksgroep LUMC:
De Amerikaanse wetenschappers hebben het DNA van menselijke embryo’s gerepareerd met behulp van de CRISPR/Cas9 techniek. CRISPR/Cas9 werkt als een soort moleculaire schaar, die een mutatie in het DNA kan verwijderen. Eerder was al bekend dat CRISPR/Cas9 gebruikt kan worden om DNA te repareren in cellen in het laboratorium. De Amerikaanse wetenschappers hebben de techniek nu ook succesvol toegepast in een bevruchte eicel.
In theorie kan CRISPR/Cas9 worden toegepast voor vele verschillende genetische ziekten. De CADASIL onderzoeksgroep van het LUMC probeert momenteel de mutatie die CADASIL veroorzaakt met CRISPR/Cas9 te repareren in gekweekte cellen in het laboratorium.
Hoewel het Amerikaanse onderzoek een belangrijke wetenschappelijke stap voorwaarts is, zijn er voor patiënten met een kinderwens geen duidelijke voordelen ten opzichte van al bestaande technieken. Als stellen met een kinderwens een erfelijke ziekte niet willen doorgeven aan het nageslacht kunnen zij nu al gebruik maken van PGD (preimplantatie genetische diagnostiek, ofwel embryoselectie). Een nadeel van PGD is dat er een reageerbuisbevruchting nodig. Dit is echter ook het geval als embryo’s worden gerepareerd met CRISPR/Cas9, dus wordt de kans op zwangerschap niet groter dan met de bestaande technieken.
De komende jaren zal moeten blijken of de CRISPR/Cas9 techniek veilig kan worden gebruikt in patiënten en embryo’s, en zal eveneens een verdere medische en ethische discussie gevoerd gaan worden over of en wanneer het wenselijk is om deze techniek in patiënten toe te passen.
Reactie van Dr. Julie Rutten, Klinisch geneticus in opleiding en post-doc onderzoeker CADASIL onderzoeksgroep LUMC:
De Amerikaanse wetenschappers hebben het DNA van menselijke embryo’s gerepareerd met behulp van de CRISPR/Cas9 techniek. CRISPR/Cas9 werkt als een soort moleculaire schaar, die een mutatie in het DNA kan verwijderen. Eerder was al bekend dat CRISPR/Cas9 gebruikt kan worden om DNA te repareren in cellen in het laboratorium. De Amerikaanse wetenschappers hebben de techniek nu ook succesvol toegepast in een bevruchte eicel.
In theorie kan CRISPR/Cas9 worden toegepast voor vele verschillende genetische ziekten. De CADASIL onderzoeksgroep van het LUMC probeert momenteel de mutatie die CADASIL veroorzaakt met CRISPR/Cas9 te repareren in gekweekte cellen in het laboratorium.
Hoewel het Amerikaanse onderzoek een belangrijke wetenschappelijke stap voorwaarts is, zijn er voor patiënten met een kinderwens geen duidelijke voordelen ten opzichte van al bestaande technieken. Als stellen met een kinderwens een erfelijke ziekte niet willen doorgeven aan het nageslacht kunnen zij nu al gebruik maken van PGD (preimplantatie genetische diagnostiek, ofwel embryoselectie). Een nadeel van PGD is dat er een reageerbuisbevruchting nodig. Dit is echter ook het geval als embryo’s worden gerepareerd met CRISPR/Cas9, dus wordt de kans op zwangerschap niet groter dan met de bestaande technieken.
De komende jaren zal moeten blijken of de CRISPR/Cas9 techniek veilig kan worden gebruikt in patiënten en embryo’s, en zal eveneens een verdere medische en ethische discussie gevoerd gaan worden over of en wanneer het wenselijk is om deze techniek in patiënten toe te passen.
Op een gespecialiseerde polikliniek voor patiënten met een neurodegeneratieve aandoeningen bij GGZ Delfland, hebben de psychiaters Marlies Baldee-Hordijk en Erik van Duijn van GGZ Delfland onderzocht welke neuropsychiatrische symptomen voorkomen bij CADASIL-patiënten. Uit hun onderzoek blijkt dat vooral depressieve en angstklachten en apathie veel voorkomen. Ook zijn er aanwijzingen voor subtiele veranderingen in het karakter van mensen.
De onderzoekers in het LUMC hebben ontdekt dat de mutaties in het NOTCH3 gen die CADASIL veroorzaken veel vaker voorkomen in de bevolking dan men op basis van het voorkomen van CADASIL zou vermoeden, namelijk wereldwijd bij ongeveer 1 op de 300 mensen. In West Europa ligt dit iets lager dan in bijvoorbeeld Azië. Dit betekent dat CADASIL waarschijnlijk veel vaker voorkomt dan gedacht en dat het ziektebeeld waarschijnlijk ook veel breder is dan gedacht. De onderzoekers vermoeden dat CADASIL zich vaker ook pas op latere leeftijd openbaart en in een mildere vorm. Deze hypothese wordt momenteel verder door hen onderzocht.
Wetenschappelijk artikel (pdf, Engels)
Wetenschappelijk artikel (pdf, Engels)

Dr. Saskia Lesnik Oberstein van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) heeft een subsidie van 300.000 euro gekregen van de Hersenstichting. Met dat geld gaat ze onderzoek doen naar een manier om de erfelijke hersenziekte CADASIL een halt toe te roepen.
CADASIL is een erfelijke ziekte, die voortkomt uit een DNA-fout. Hierdoor stapelt een eiwit zich op in de bloedvaten van de hersenen, waardoor er geen goede bloeddoorstroming naar de hersenen meer mogelijk is. Enkele gevolgen van de ziekte zijn onder meer herseninfarcten en dementie. Deze symptomen treden gemiddeld op vanaf 45- tot 50-jarige leeftijd.
CADASIL is een erfelijke ziekte, die voortkomt uit een DNA-fout. Hierdoor stapelt een eiwit zich op in de bloedvaten van de hersenen, waardoor er geen goede bloeddoorstroming naar de hersenen meer mogelijk is. Enkele gevolgen van de ziekte zijn onder meer herseninfarcten en dementie. Deze symptomen treden gemiddeld op vanaf 45- tot 50-jarige leeftijd.

Op 17 November 2016 heeft Saskia Lesnik de Marie Parijs prijs ontvangen voor haar onderzoek naar CADASIL. De Stichting Marie Parijs Fonds heeft tot doel medisch wetenschappelijk onderzoek aan de universiteit van Leiden te bevorderen. De prijs is voor veelbelovend klinisch translationeel onderzoek door onderzoekers jonger dan 45 bij het LUMC.
In sommige families komen beroertes en dementie heel vaak en al op vrij jonge leeftijd voor. De oorzaak kan CADASIL zijn, een erfelijke aandoening die leidt tot schade aan de hersenvaten. Er is nog geen behandeling voor, maar onderzoekers als Julie Rutten werken daar hard aan. Zij promoveerde op 20 september cum laude op haar onderzoek.
CADASIL is nog niet zo lang bekend. Pas in 1996 beschreven Franse onderzoekers de oorzaak: een genetisch schrijffoutje in een gen dat NOTCH3 heet. “Dat gen zorgt voor aanmaak van een eiwit dat belangrijk is voor de bloedvaten. Door de erfelijke fout kleven deze eiwitten aan elkaar en ontstaat schade aan de bloedvaten”, legt Rutten uit. De kans op met name migraine, herseninfarcten, dementie en depressie is daardoor een stuk groter. “Niet al deze klachten komen bij iedereen voor en sommige mensen krijgen op jongere leeftijd problemen, anderen juist pas op latere leeftijd. We hebben ontdekt dat dat deels afhangt van de plaats van de mutatie in het gen.”
CADASIL is nog niet zo lang bekend. Pas in 1996 beschreven Franse onderzoekers de oorzaak: een genetisch schrijffoutje in een gen dat NOTCH3 heet. “Dat gen zorgt voor aanmaak van een eiwit dat belangrijk is voor de bloedvaten. Door de erfelijke fout kleven deze eiwitten aan elkaar en ontstaat schade aan de bloedvaten”, legt Rutten uit. De kans op met name migraine, herseninfarcten, dementie en depressie is daardoor een stuk groter. “Niet al deze klachten komen bij iedereen voor en sommige mensen krijgen op jongere leeftijd problemen, anderen juist pas op latere leeftijd. We hebben ontdekt dat dat deels afhangt van de plaats van de mutatie in het gen.”